Periode, duur
Jaar 1, semester 1

Studiebelasting
9 lessen van 2 uur + 10 uur zelfstudie

Bijdrage aan de competenties
1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 2.4, 2.5, 3.3

Samenvatting van de inhoud
Het theatervak op overdracht/ docentschap, vakinhoudelijk op vloer uitzoeken. Er wordt gewerkt vanuit de 8 domeinen en de daarbij behorende sub domeinen (anatomie van de acteur) er worden didactisch, vakdidactisch en pedagogisch linken gelegd met de praktijk. Met als kernonderwerpen inzicht in overdracht waarin het docentschap en maker schap wordt gecombineerd. Eigen kunstenaarschap van de student staat centraal. De praktijk wordt op de vloer geoefend en aan de praktijk van de studenten gekoppeld. Oefeningen worden vertaald naar Basisonderwijs, middelbaar onderwijs en gekoppeld aan het werken met de ongetrainde speler.

Leerdoelen

  1. Kennis van de acteur: Zijn, Wil, Denken, Verbeelding, Energie, Interactie, Streven, Vormgeving.
  2. Gerichte feedback kunnen geven. Bewust worden van; wanneer ben ik maker, wanneer ben ik docent. Vanuit al deze begrippen op een eigen manier oefeningen kunnen bedenken en geven.
  3. Werkvorm(en) via opdrachten en oefeningen op de vloer ontwikkelen, door het werken met medestudenten.

Wijze van beoordeling
Aanwezigheid (90%)
Beoordeling op basis van leerdoelen
 
Beoordelingscriteria
Op de praktijkplekken wordt beoordeeld of de student in staat is het geleerde toe te passen.
 
Opmerking
Er is een koppeling tussen het vak Overdracht theorie en Overdracht Vloer in jaar . Daarnaast is er vanuit beide vakken een koppeling met het werken in de praktijk.
 

Delen