Periode, duur
jaar 1, bok 1.3

Studiebelasting     
16 lesuren + 3 uren zelfstudie

Bijdrage aan de competenties        
Zie competentiematrix SCE

Inhoud     
Studenten doen anatomische kennis en tekentechnieken op t.b.v. het ontwerpen van kostuums (in verhouding tot een (theatrale) ruimte.

Concrete leerdoelen

  • De student leert tekenen naar de waarneming (algemeen doel).
  • De student verdiept zich in basale anatomische kennis, zoals: proportieleer, het skelet en de spieren, beweging en houding.
  • De student leert het menselijk lichaam tekenen. Een belangrijk aspect voor de scenografieopleiding is de menselijke maat in relatie tot de ruimte.
  • De student krijgt inzicht in de relatie tussen het menselijk lichaam en kleding.
  • De student ontwikkelt door waarnemen, ontdekken en vastleggen van proporties, in combinatie met geschikte materialen en technieken, een persoonlijke tekenstijl.

Gebruikte werkvorm
Klassikaal
Voor zover mogelijk afwisselend naar vrouwelijke & mannelijke modellen. Onderzoekend met verschillende materialen. Uitgangspunten zijn daarbij: vormstudie en volume (de 3-dimensionale vorm), het ontdekken van verhoudingen en het vastleggen ervan. Dit zal (gezien de beschikbare tijd) in eerste instantie schetsmatig gebeuren; snel de karakteristiek van het menselijk lichaam in beweging weten vast te leggen.

Studiemateriaal
Teken- en schetspapier A1/A, Dummy- of schetsboek
Diverse tekenmaterialen: houtskool, Siberisch krijt ed.
Inkt en schildermaterialen (acryl)
    
Wijze van toetsing
De docent bespreekt het werk tijdens de lessen en beoordeelt de individuele vooruitgang naar aanleiding van de leerdoelen en aan de hand van het standaard formulier ‘instructievak’.

Beoordelingscriteria
Aanwezigheid

Delen