Periode, duur
Jaar 1, semester 1, 9 weken x 3,5 uur  + 2 x weekend

Studiebelasting
Contacttijd 58
Zelfstudie 20

Bijdrage aan de competenties
1.1,1.2,1.3,1.4, 2.1, 2.3, 2.4, 3.1, 5.1

Inhoud
In dit blok zoomen we in op het maken gebaseerd op een tekst bron. Hoe kun je die bron onderzoeken? Hoe kunnen beeldmateriaal, muziek/geluid, andere tekstbronnen etc. je fascinatie ermee voeden en hoe kun je (spel-, bewegings-, schrijf- en maak-) opdrachten verzinnen die erop geïnspireerd zijn? Hoe kun je vervolgens je spelers daarmee engageren en materiaal ontwikkelen? Hoe kun je vakmatig kijken naar resultaten van je opdrachten, en vervolgopdrachten formuleren? Hoe kun je deze uitkomsten je concept laten beïnvloeden zonder je eigen koers totaal te laten varen? Uiteindelijk gaat het erom te zoeken naar een unieke verbinding tussen de bron, je eigen fascinatie en je spelers.
Methodiek:
De docent benadert het werkproces tijdens dit blok als een gezamenlijk laboratorium, waarin jullie als studenten steeds verschillende rollen vervullen. Dat kan die van maker, docent, speler, bezoeker, analyticus zijn. Vanuit al die perspectieven gaan we gezamenlijk het onderzoek aan omtrent hierboven beschreven vragen. Iedereen volgt hierin ook een eigen traject verbonden aan eigen fascinaties. Op zoek naar vakmatige handvaten waarmee je leiding kunt geven aan zo’n onderzoekmatig maak- en leerproces met diverse groepen spelers. Er worden andere docenten vanuit andere expertises ingevlogen, te weten Mark Bergwerff voor vormgeving, Ilgin Abeln voor spel en conceptontwikkeling.

Leerdoelen
De student:

  • kan pedagogisch en (vak) didactisch inspirerend werken met ongeschoolde spelers
  • kan zijn docentschap in zetten om datgene te trainen wat hij/zij als maker voor ogen heeft
  • kan vakmatige keuzes maken tijdens het proces die blijk geven van inzicht in de theatrale werking van het materiaal
  • kan een vervolgstap te zetten naar aanleiding van de maakproeve op pedagogisch, (vak)didactisch en/of artistiek vlak.

Werkvorm(en)
Instructie/ theorieoverdracht/ opdrachten, oefeningen op de vloer/maakopdrachten met ongeschoolde spelers

Studiemateriaal

  • Interculturele Intoxicatiesvan Erwin Jans (om meer inzicht te krijgen in hoe er over begrippen als ‘cultuur’ gedacht wordt, geschreven door een Vlaamse dramaturg. Al een beetje oud, maar wat mij betreft nog steeds relevant)
  • Documentaires overNiki de Saint Phalle en Jean Tinguely(over groots dromen, liefde voor elkaar en de kunst)
  • Tadao Ando: conversations with students(Een boek met teksten en interviews met de Japanse architect Tadao Ando, waarin zijn werkwijze en visie ten opzichte van mens en ruimte prachtig naar voren komt).
  • Je moet je leven veranderen van Peter Sloterdijk (enorm dik filosofie boek, waarin zijn advies om verandering in gang te kunnen zetten bij een ander me het meest is bijgebleven. Namelijk: ‘Ik wil dat jij wil’. Mijn motto als docent)
  • Documentaires van en over kunstenaars, Olafur Eliasson, David Bowie, Wislawa Szymborska, Sacha Waltz(inspiratie over hun werkwijzes en gedachtes)
  • Underground Cinemavertoningen in Amsterdam Jeffrey (een echte wandelende cinefiel encyclopedie die de meest prachtige films vertoont in Amsterdam. Als je meer wil weten, vraag maar even persoonlijk)

Wijze van beoordeling
Aanwezigheid (90%)

Beoordelingscriteria

  1. het concept geeft op inspirerende wijze inzicht in de uitgangspunten van de student en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak;
  2. de student is in staat de spelers te inspireren en hun spelmotor aan te krijgen door zijn/haar eigen concept te gebruiken en in te gaan op wat er zich aandient op de vloer;
  3. de student is in staat om zijn docentschap in te zetten om datgene te trainen wat hij/zij als maker voor ogen heeft;
  4. de student is in staat vakmatige keuzes te maken tijdens het proces die blijk geven van inzicht in de theatrale werking van het materiaal;
  5. de student is in staat om een vervolgstap te zetten naar aanleiding van de 1e werksessie op pedagogisch, (vak)didactisch en/of artistiek vlak;
  6. de student geeft blijk van inzicht in zijn eigen pedagogische en (vak)didactische handelen, alsmede de opgedane kennis en nog te ontwikkelen kennis (op de vloer, in de geschreven terugblik, plan van aanpak en zelfevaluatie).

Dit blok is gekoppeld met het project Artistiek & pedagogische proces in jaar 2

 

Delen