Periode, duur
Jaar 2, 1ste en 2de semester
Studiebelasting
Voorbereidingen 25 uur
Uitvoering 24 weken x 8 uur
Bijdrage aan competenties
Afhankelijk van de inhoudelijke insteek van het eindwerk en van de bagage en ontwikkelpunten van de student. Op basis van de eigen reflectie en de integrale vergaderingen en met als kompas de competentieset van het vak, bepaalt de student zijn leerdoelen voor de eindwerkfase.
Inhoud
Het eindwerk is het sluitstuk van de opleiding waarbinnen de student de uiteinden van de driehoek die samen het vak vormen; creatorschap, docentschap en makerschap, op eigen wijze vormgeeft en naar de hand zet. Een belangrijke stap richting een eigen stijl als docerend theatermaker. Deze laatste fase richt zich vooral op de zoektocht naar een innerlijke noodzaak, naar de verhalen die de student wil vertellen, de plekken waar hen die wil overdragen en de mensen met wie hen wil werken. Het is ook een fase van de studie waarin de kennis en kunst met betrekking tot dit vak versterkt, verbreed en verdiept kunnen worden. De uitdaging is om tot een eindwerk te komen dat voor de student zinnig en inspirerend is en in verbinding staat met de eisen die eraan gesteld worden vanuit de landelijke competentieset. De student is zelf de vormgever van het eindwerk en de eindwerkcommissie is een team dat meedenkt, bevraagt, adviezen geeft en kaders stelt. Binnen de eindwerkfase is deze samenwerking tussen de student en de opleiding cruciaal.
Het eindwerk bestaat uit de volgende onderdelen:
- Het schrijven van De terugblik. Hierin blikt de student terug op de startpositie bij het begin van de opleiding, het eerste studiejaar en welke persoonlijke conclusies getrokken kunnen worden over de eigen visie op het vak van de theaterdocent en welke stappen nog gezet kunnen worden om die eigen visie verder te ontwikkelen
- Het schrijven van het Projectplan. In het projectplan worden verschillende projecten beschreven die de student kiest binnen het eindwerk: een project waarbij een livemoment met spelers en publiek plaatsvindt (een voorstelling), een project waar educatie centraal staat en een, meer theoretisch, project waarbij de visie van de student op het vakgebied van de theaterdocent centraal staat. In het projectplan is de fair practice code een belangrijk onderdeel. Het projectplan wordt gepresenteerd in een pecha kutcha aan de examencommissie aangevuld met externe leden.
- Na goedkeuring van het projectplan worden de verschillende onderdelen uitgevoerd binnen de vastgestelde kaders onder begeleiding van diverse begeleiders (een hoofdbegeleider). Tijdens de uitvoering is er een aantal momenten waarop de student schriftelijk reflecteert op ontwikkeldoelen die hen heeft benoemd.
- Tijdens de eindwerkfase houdt de student een artistiek en pedagogisch logboek bij op Leerpodium. Een selectie uit dit logboek wordt gebruikt voor het portfolio.
- Tijdens De Staat presenteert de student live diens portfolio en vooruitblik op de praktijk aan een publiek van studenten, eindwerkcommissie aangevuld met een extern lid en anderen.
Leerdoelen
De student
Geeft blijk van startbekwaamheid op de competenties van de theaterdocent zoals beschreven in de competentieset
Kan de driehoek maker – docent – creator toepassen in de praktijk
Geeft blijk van een interpersoonlijke werkwijze en toepassing van de fair practice code
Laat zien dat hen in staat is zich te ontwikkelen tot een eigenzinnig en brutaal theaterdocent
Ontwikkelt en draagt uit een persoonlijke visie op het vak van de theaterdocent
Wijze van beoordeling
Indien de student minimaal alle projecten heeft uitgevoerd, ontvangt de student feedback/ feedforward van de docent en een integrale beoordeling, 1 extern commissielid (outside eye) participeert als onderdeel van de eindwerkcommissie