De Academie voor Theater en Dans is een van de zes faculteiten van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Naast de Academie voor Theater en Dans (ATD) zijn dat:
- het Conservatorium van Amsterdam
- de Nederlandse Filmacademie
- de Breitner Academie (docent beeldende vorming)
- de Academie voor Bouwkunst
- en de Reinwardt Academie voor museologie
De ATD biedt de volgende opleidingen aan:
- Bachelor Dans, met uitstroomprofiel danser en choreograaf
- Bachelor Theater met uitstroomprofiel acteur en theatermaker
- Bachelor Docent Theater
- Bachelor Docent Dans
- Associate Degree Klassiek Ballet
- Master Theater / Das Theater
- Master Choreografie / Das Choreografie
- Master Das Creative Producing
Binnen de Bachelor Dans (profiel danser) vallen afstudeerdifferentiaties /opleidingen Nationale Balletacademie (NBA) en Expanded Contemporary Dance (ECD). De school voor Nieuwe Dansontwikkeling (SNDO) valt onder het profiel choreograaf. Alumni van de tweejarige AD Klassiek Ballet en ervaren klassieke dansers uit het werkveld kunnen binnen de NBA de verkorte afstudeerrichting Docent Klassiek Ballet volgen.
Binnen de Bachelor Theater zijn er twee profielen. Het profiel acteur heeft twee afstudeerdifferentiaties: Mime en Toneel & Kleinkunst. Het profiel theatermaker heeft vier afstudeerdifferentiaties: Regie, Scenografie, Design & Technologie en Productie Podiumkunsten. .
Daarnaast zijn er twee docentenopleidingen: Theaterdocent (met ook een verkorte variant) en Docent Dans. De opleiding Theaterdocent en Docent Dans worden gezien als een van de theater- respectievelijk dansopleidingen.
Als we het in deze gids over de theater- of dansopleidingen hebben dan valt daar respectievelijk dus ook de opleiding Theaterdocent of Docent Dans onder.
De verkorte opleidingen zijn tweejarig. Zij volgen min of meer hetzelfde stramien als de vierjarige bacheloropleidingen op basis van twee jaar vrijstelling. Daar waar we in het algemeen deel van deze gids spreken van opleiding, bedoelen we daarmee alle varianten die wij in huis hebben.
Hoewel de opleidingen van de ATD veel gemeenschappelijk hebben, zowel inhoudelijk als op de manier waarop zij samenwerken, hebben ze ook ieder hun eigen identiteit en artistieke zelfstandigheid. Want elk werkveld stelt ook zeer specifieke artistieke en technische eisen. Om goed op de hoogte te blijven van deze eisen onderhouden de opleidingen ieder afzonderlijk contact met hun eigen werkveld en bepalen ze zelf hoe ze op deze eisen ingaan. Ze dragen een eigen verantwoordelijkheid voor de onderbouwing en het waarborgen van de actualisering van het curriculum (onderwijsprogramma) en anticiperen op mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Een van de gezamenlijke uitgangspunten van alle opleidingen binnen de ATD is in het onderwijs ook díe elementen op te nemen die studenten later in staat stellen iets aan de bestaande praktijk toe te voegen.