Studiegids
Het curriculum van de Opleiding Scenografie is opgebouwd vanuit de gedachte van geïntegreerd onderwijs. Dat wil zeggen dat er in samenhangende blokken les wordt gegeven. Binnen elk blok staat een vakmatig aspect van het vakgebied centraal en ook één of meerdere artistieke aspecten.
Jaar 1 en 2 hebben een verwante structuur, gebaseerd op een curriculum-gedreven opzet. Jaar 3 en 4 worden toenemend project-gedreven, waarin de student in het vierde jaar zelf volledig plaatsneemt.
Jaar 1 heeft als overkoepelend thema: WAARNEMEN / eerste ontmoetingen. Het curriculum neemt de student mee in het krijgen van een eerste overzicht in het theatrale landschap.
In de theoretische vakken dramaturgie, filosofie, cultuurgeschiedenis, kostuumgeschiedenis en theatergeschiedenis wordt een theoretische basis voor kennis en gesprek gelegd.
In een aantal instructievakken worden de beginselen van vakgerelateerde kennis geïnstrueerd. Dit zijn vakken als tekenen, modeltekenen, theatertechniek, lichtontwerp, hout- en staalbewerking, patroontekenen, naaitechnieken, uitstapjes naar ateliers en leveranciers.
In de ontwerpvakken wordt het landschap van de scenografie verkent langs drie lijnen: de (theatrale) ruimte, het lichaam en de tijd (het mediale/immateriële) domein.
Jaar 2 bouwt door op het eerste jaar. Het overkoepelende thema is hier: MONTAGE / De mens in ruimte en tijd. In de opdrachten wordt verder ruimte gemaakt om als maker in te stappen, de eigen inbreng te onderzoeken en in te zetten. De opbouw van het curriculum lijkt erg op het eerste jaar met theorie, instructie en ontwerp vakken. Wat verschilt is dat er meer nadruk op samenwerking komt te liggen, en een aantal projecten overlappend zijn in de tijd. De gelaagdheid, zowel artistiek-inhoudelijk als organisatorisch neemt duidelijk toe.
Jaar 3 zit anders in elkaar. Het eerste semester wordt besteed aan twee stageperiodes. Het tweede semester staat in het teken van een aantal verschillende projecten waarin het MAKERSCHAP van de student wordt uitgenodigd. Hoe komt de relatie vorm en inhoud tot stand op het niveau van het project? Welke cruciale rol speelt scenografie hierin? In verschillende samenwerkingen (met regie, maar ook met componisten) en individuele opdrachten wordt het eigen landschap verdiepend onderzocht en vormgegeven. Het dient daarbij als richtinggevende opmaat naar het 4e jaar en het verdere verloop na de studie. Naast de projecten volgen de studenten een lessenreeks Artistiek Ondernemen, waarbij ze achterhalen welke kwaliteiten, wensen, obstakels ze in hun eigen makersschap gedurende het jaar ontdekken en hoe deze richtinggevend kunnen zijn voor het 4e jaar. Het bewustzijn van de scenograaf wordt hier verdiept.
Jaar 4 is het jaar waar de student het eigen ZELFSTANDIG makerschap vormgeeft. Twee afstudeerprojecten, een ondernemingsplan, een essay een ZZP cursus en een eindgesprek vormen de onderdelen van het jaar. Een artistieke coach, in nauw overleg met de studieleiding gekozen, kijkt dit jaar met de afstuderend student mee. De projecten worden binnen de kaders van de school gerealiseerd, een project in samenwerking met een afstuderend regiestudent en een project naar eigen opzet, maar (vrijwel) altijd met een artistiek team.