In de zogenoemde ‘nulronde’ stellen we de auditanten de vraag: zoek naar een grote pijn of vreugde, koppel daaraan een aantal bronnen (kunst, film, tekst) en beschrijf de regie van je dromen. Dit werk wordt schriftelijk ingediend.  

In de eerste (live) ronde maakt de auditant tien minuten toneel. De opdracht wordt ter plekke verstrekt, dus iedereen komt onvoorbereid en werkt gedurende anderhalve dag ter plekke aan een presentatie. Dit mag in samenwerking met elkaar, maar ook individueel. Een eerste artistieke vonk zou zichtbaar moeten kunnen worden.  

In de tweede (live) ronde gaat de auditant aan de slag met een scene uit een klassieke theatertekst die van tevoren wordt gedeeld. De opleiding zorgt voor acteurs die de tekst kennen. Je werkt, ten overstaan van de commissie, aan een openbare repetitie van maximaal een half uur. Hier krijgen we hopelijk inzicht in de invalshoek, noodzaak en de reikwijdte van bronnen die worden ingezet. Kan de auditant vormelijk denken, is er verbeeldingskracht? Hoe wordt er samengewerkt met de acteurs?   

In de derde (live) ronde presenteert de kandidaat eigen materiaal met eigen acteurs en werkt opnieuw aan een half uur openbare repetitie ten overstaan van de commissie. Ligt er een oorspronkelijk idee ten grondslag aan de scene? Heeft het vorm en inhoudelijke diepte? Is de dramaturgie leesbaar? En hoe werkt de kandidaat met de eigen spelers? In alle drie de rondes spreekt de commissie ook individueel met de kandidaten, is er in de tweede ronde een gesprek over muzikaliteit en in de derde ronde een gesprek met een coach.  

Delen