De Academie voor Theater en Dans is een van de zes faculteiten van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Naast de Academie voor Theater en Dans (ATD) zijn dat:

  • het Conservatorium van Amsterdam
  • de Nederlandse Filmacademie
  • de Breitner Academie ( docent beeldende vorming)
  • de Academie voor Bouwkunst
  • en de Reinwardt Academie voor museologie

De ATD telt acht opleidingen:

  • Bachelor Dans, met uitstroomprofiel danser en choreograaf
  • Bachelor Theater met uitstroomprofiel acteur en theatermaker
  • Bachelor Docent Theater
  • Bachelor Docent Dans
  • Master Theater / Das Theater
  • Master Choreografie / Das Choreografie
  • Master Creative Producing
  • Ass Degree Technische Productie

Binnen de Bachelor Theater zijn er twee  profielen. Het profiel acteur heeft twee afstudeerdifferentiaties: Mime en Toneel & Kleinkunst. Het profiel theatermaker heeft vier afstudeerdifferentiaties: Regie, Scenografie, Design & Technologie en Productie Podiumkunsten. Daarnaast is er een tweejarig programma Technische Productie.

Binnen de Bachelor Dans vallen onder het profiel danser vier afstudeerdifferentiaties /opleidingen: de Nationale Balletacademie (NBA), Moderne Theaterdans (MTD), Urban Contemporary / Jazz Musicaldans (UC/JMD). Vanaf studiejaar 2019 worden de laatste twee opleidingen afgebouwd en samengevoegd in de een nieuwe dansopleiding: Expanded Contemporary Dance (ECD). De school voor Nieuwe Dansontwikkeling (SNDO) valt onder het profiel choreograaf.

Daarnaast zijn er nog twee docentenopleidingen: Theaterdocent (met ook een verkorte variant) en Docent Dans. De opleiding Theaterdocent wordt gezien als een van de theateropleidingen.

Als we het in deze gids over de theateropleidingen hebben dan valt daar dus ook de opleiding Theaterdocent onder.

Hoewel de opleidingen van de ATD veel gemeenschappelijk hebben, zowel inhoudelijk als op de manier waarop zij samenwerken, hebben ze ook ieder hun eigen identiteit en artistieke zelfstandigheid. Want elk werkveld stelt ook zeer specifieke artistieke en technische eisen. Om goed op de hoogte te blijven van deze eisen onderhouden de opleidingen ieder afzonderlijk contact met hun eigen werkveld en bepalen ze zelf in hoe verre ze op deze eisen ingaan. Ze dragen een eigen verantwoordelijkheid voor de onderbouwing en het waarborgen van de actualisering van het curriculum (onderwijsprogramma) en anticiperen op mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Een van de gezamenlijke uitgangspunten van alle opleidingen binnen de ATD is in het onderwijs ook díe elementen op te nemen die studenten later in staat stellen iets aan de bestaande praktijk toe te voegen.

Delen