Kunstenaar in verbinding

De opleiding Theaterdocent bestaat in zijn huidige vorm sinds 1989 en leidt studenten op tot veelzijdige theaterdocenten die kunnen werken met een grote verscheidenheid aan mensen.
In 2015 is een tweede variant toegevoegd: Theaterdocent Verkort; een tweejarig traject voor theaterprofessionals die al beschikken over een Bachelor Theater of vergelijkbare ervaring en/of opleidingsniveau.

1. Visie en doelstellingen
De opleiding Theaterdocent voorziet in een eerstegraads onderwijsbevoegdheid (Bachelor of Theatre in Education) en leidt theaterdocenten op voor een zeer brede pedagogische theaterpraktijk. De theaterdocent stelt in zijn theatrale werk ‘de ander’ (of ‘daily life experts’ zoals Rimini Protokoll het prikkelend verwoordt) centraal en beweegt zich hiermee op het snijvlak van artistiek, omgevingsgericht en pedagogisch handelen. Hij/zij is hierbij zowel maker, creator als pedagoog.
De theaterdocent oefent het vak uit op vele plekken, zoals op een school, in een theater, een wijk, een buurtcentrum, op een festival of een kruispunt waar verschillende velden (zorg, onderwijs, politiek, bedrijfsleven, kunst) samenkomen. Hij/zij is medevormgever van relevante vragen en de zoektocht naar mogelijke antwoorden daarop in de actualiteit. Zo kan de theaterdocent de noodzaak van het bestaan van kunst, als plek voor nieuwe gedachten, perspectieven en mogelijkheden, bekrachtigen.
De theaterdocent weet hoe zichzelf met zijn kunst en kunde middenin de wereld te plaatsen. De theaterdocent is specialist in hoe kunst kan verbinden; een Kunstenaar in Verbinding tussen mensen onderling (van verschillende achtergronden, leeftijden etc.), mens en omgeving (natuur en leefomgeving), mensen binnen verschillende velden (onderwijs, wetenschap, bedrijfsleven, culturele veld), belangen (van opdrachtgever, deelnemers, geldschieters, eigen belang), kennis (blootleggen van verhalen, onderzoeken van thema’s) en meer. De theaterdocent weet deze verbindingen tot stand te brengen door artistieke, pedagogische en omgevingsgerichte vaardigheden in te zetten. De Theaterdocent is niet slechts ‘het draadje’ dat verbindt, maar de kunstenaar, pedagoog en creator ineen. De spin in het web die deze ervaringen en ontmoetingen tot stand brengt en vorm geeft.
De theaterdocent drukt zich uit door middel van de kunstvorm ‘theater’. Het gaat hierbij om het uitwerken van theatraal materiaal op de vloer, maar ook het inzetten van een breed spectrum aan vaardigheden op tal van andere vlakken. Zowel in het theaterveld, het onderwijs, als daarbuiten. Daarbij ligt de nadruk op het kunnen verleiden en begeleiden van spelers / ‘daily life experts’ tot het maken, spelen en delen van theater in diverse settingen, stijlen en vormen. De theaterdocent weet zijn eigen fascinatie onlosmakelijk te verbinden aan de deelnemers en hen met zijn noodzaak, signatuur en nieuwsgierigheid te voeden.

2. Drie pijlers: kunstenaar, pedagoog en creator
Het curriculum van de opleiding Theaterdocent stut op drie pijlers: het ambacht van het (theater)maken, het pedagogisch vakmanschap en de handelingsbekwaamheid van de creator. Deze drie pijlers worden, in wisselwerking met elkaar, gedurende de opleiding doorlopend getraind. De theaterdocent verenigt de rollen van kunstenaar, pedagoog en creator in zichzelf. De ene keer ligt de nadruk meer op de ene rol, dan weer op de andere, maar ze zijn altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De student wordt opgeleid tot een vakbekwaam professional die in staat is als kunstenaar de ambachtelijke vaardigheid van het theatermaken te koppelen aan onderzoek en overdracht als docent vanuit de pedagogiek van het werken met ‘de ander’. Tijdens het werken met de ander wordt er altijd gezocht naar een theatrale (leer)ervaring, waarbij de koppeling tussen het eigen makerschap en de inbreng van de speler onlosmakelijk van kracht is. Het bewustzijn dat theater meer is dan spel alleen en gaat om het vormgeven van verbeelding, is een groot goed dat de basis vormt van de artistieke uitgangspunten.
Theater is de kunstvorm waarin verschillende disciplines samenkomen. Het leren werken vanuit verschillende startpunten vormt de bouwstenen van de opleiding; zoals het werken vanuit vormgeving (zowel materiële als technische), verschillende bronnen en disciplines (zoals tekst, beweging, eigen verhalen). Daarnaast is een breed aanbod van speelstijlen onderdeel van het vaste curriculum.
Het is van belang dat deze noties voor het maken van theater als uitgangspunten en niet als eindpunt worden gezien. We bieden de kern van bijvoorbeeld het werken vanuit ruimte en vormgeving als basis aan. Zodat iedereen de vaardigheden in huis heeft om bewust met ruimte en vormgeving om te gaan binnen het werk. Of zich dat nu afspeelt in een klaslokaal, op straat of in een zorgcentrum. Dit doen we omdat we de vele vormen en stijlen die theater rijk is, mogelijk willen maken. En de studenten de ruimte geven om hun eigen handtekening te ontwikkelen.
De theaterdocent weet als creator zijn werk bewust te verankeren in de wereld; aan een specifieke gemeenschap of omgeving; aan medemakers en publiek. De creator denkt na over met wie, voor wie, waar en waarom daar en daarover theater gemaakt of getraind wordt. Omdat een creator de maximale kracht die theater kan hebben, wil benutten. De kracht die artisticiteit, engagement en sociaal-maatschappelijke impact verbindt. Daarmee neemt de theaterdocent als creator ook verantwoordelijkheid voor het bevechten van het belang van kunst in de samenleving en welke stemmen/verhalen die kunst representeert. De creator weet dit te communiceren, door vertaalslagen te maken waardoor verschillende partijen zich aangespoord voelen mee te gaan in het artistieke proces. Zoals schooldirecteuren, deelnemers, achterban, vergunningverleners, gemeentes etc. Ook kan een creator zijn werk organiseren en ziet organisatie niet los van de artistieke en pedagogische component. Het creatorschap is daarmee ook verbonden met artistiek ondernemen.
De theaterdocent is aan het eind van zijn opleiding in staat zijn artistieke ideeën op theatrale wijze vorm te geven (samen) met zijn spelers en deze uit te voeren in uiteenlopende pedagogische en artistieke contexten en met verschillende doelgroepen. De studenten leren hoe zij in elk van deze situaties een verbinding kunnen maken tussen hun eigen passie voor theater, de betrokken spelers en de gegeven context. Als artistiek initiators en creators zien zij mogelijkheden binnen de verschillende werkvelden en kunnen de daar aanwezige kansen benutten door organisatie en communicatieve vaardigheden in te zetten. Hierdoor kan het theatermaken overal en op elk moment plaatsvinden; iedere locatie en iedere ontmoeting vormen mogelijke vertrekpunten voor een theatrale vertelling.

 

Delen