Naar inhoud
Academie voor Theater en DansAcademie voor Theater en DansAcademie voor Theater en Dans
Academie voor Theater en DansAcademie voor Theater en DansAcademie voor Theater en DansAcademie voor Theater en DansAcademie voor Theater en DansAcademie voor Theater en Dans

Studiegids

2020-2021

Jaar 1, 2 en 3:
Het schooljaar is opgedeeld in blokken:
Introweek (periode 0)

Blok 1 (tot en met de herfstvakantie)

Blok 2 (tot de kerstvakantie

Blok 3 (tot de voorjaarsvakantie)
Blok 4 (tot de meivakantie)

Blok 5 (tot de zomer)


Blok 1, 2, 4 en 5
In deze blokken onderscheiden we voor alle jaren een ochtend- en een middagrooster.

Ochtendrooster: Het trainen van het ambacht; de gereedschapskist van de performer, maar geen doel op zich.
In het ochtendprogramma staan de trainingen centraal: 
Van 9.00-10.30 beweging
Van 11.00-13.15 spreken, zingen, liedperfoming, en theorie. Bijna alle lessen worden in halve groepen gegeven, soms groepjes van 4 à 5, soms individueel. 
De trainingen worden inhoudelijk (waar mogelijk) afgestemd op het kernproject van het middagprogramma. Hiermee ontstaat voor de student een coherent programma dat docenten aanspoort om de lesinhoud op elkaar af te stemmen.

Woensdag: keuzevakken, zang, muziek, ondernemerschap en theorie
Studenten uit 2e, 3e en 4e jaar volgen individuele zanglessen en keuzevakken om zich te verdiepen zoals: schrijven, compositie, instrument bespelen, extra ensemble zang, solfège, spraak of tekstanalyse. Een student tekent zich in en verplicht zich daarmee tot het volgen van deze lessen.
Er zijn individuele theoretische gesprekken die de individuele researchlijn van “zicht-boek” (2e jaar)  en “manifest” (3e jaar) ondersteunen.
Tot slot zijn er lessen ondernemerschap voor het 2e en 3e jaar waarbij er dan weer gasten uit de praktijk worden uitgenodigd, dan weer klassikaal casussen worden besproken, skills worden getraind of ethische aspecten van het vak worden besproken.

Middagrooster: De acteur als intrinsiek scheppend en creatief wezen. 
1e jaar:
De studenten volgen allemaal hetzelfde middagprogramma waarin zij kennismaken met de breedte van de opleiding. 
Er wordt geacteerd: 
    vanuit een persoonlijk verhaal: storytelling in Mezrab
    vanuit toneeltekst
    vanuit een muzikale opdracht
    vanuit eigen geschreven tekst: het schrijfproject 
    voor de camera
    vanuit een inspiratiebron in de wereld buiten school: Dare to Care 2020        
    
Afwisselend leert de student werken als co-creërende acteur onder leiding van een regisseur en als creërende acteur in het muziektheater- en performance schrijven project.
  
2e en 3e jaar:
Studenten van het 2e, 3e (en 4e) jaar werken met en door elkaar in de hoofdprojecten op de middagen van de maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Er staan verschillende projecten tegelijkertijd gepland waaruit de student in overleg met de mentor en het kernteam kan kiezen. 
Telkens wordt ernaar gestreefd om de volle breedte van de ATKA zichtbaar te laten zijn in het aanbod van de projecten waar de student  uit kan kiezen.  Per periode is er een divers aanbod van o.a.: repertoire toneel, muziektheater, zelf een performance maken, een samenwerking met de regie opleiding, camera acteren, spoken word, storytelling..
De student maakt een keuze of kan in overleg met mentor en het kernteam besluiten om zelf een project op te zetten; alleen of met collega’s. De criteria waaraan het project moet voldoen worden vooraf geformuleerd.
Door de keuze in de middagen heeft iedere student de mogelijkheid een specifiek op zijn talent en wensen afgestemde studieroute te ontwikkelen.  De ene student kan zich ontwikkelen in repertoiretoneel door veel tekstprojecten te volgen, terwijl een ander een muzikaal of ‘makend' zwaartepunt kan kiezen.

Afronding middagprojecten: presentatie en integratie
Veel middagprojecten sluiten af met een presentatie en openbare reprises. Het doel van iedere performance is immers de communicatie met het publiek. Wordt er fantasie en verbeelding opgeroepen bij de toeschouwer? In die confrontatie met de toeschouwer leert de student het vak en meet zijn/haar krachten. Theater bestaat pas als het publiek aanwezig is. Omdat in de confrontatie met de toeschouwer heel veel te leren valt, integreren en faciliteren we dit element ook bewust binnen het programma van de opleiding. Deze momenten leveren inzicht in de integratie van de eerder geleerde deelvaardigheden op. Wat hapert er nog aan de bewegingskwaliteit? Is het spreken verbeterd? Hoe vallen de losse onderdelen samen? Docenten van de ambachtelijke vakken komen kijken naar de presentaties, zodat zij feedback kunnen geven en kunnen checken of trainingen in de komende periode moeten worden aangepast. Ook studenten van de verschillende jaren kunnen naar elkaar komen kijken. Aansluitend vindt er reflectie en feedback plaats. Studenten geven feedback aan de school in de vorm van ‘tips en tops’. Door de combinatie van de (zichtbare) ontwikkeling van de student, de reflectie daarop van de student en docent en de feedback van de student naar het programma ontstaat er een beeld hoe onderwijs en student op elkaar hebben aangesloten. Dit geeft informatie voor keuzes voor de toekomst van de leerroute van de student en de bouw van het curriculum. 

BLOK 3 (een variatie op de structuur)
1e jaar:
Er is in deze periode geen ochtend- en middagrooster. 
Het programma is ingevuld met workshops camera-acteren en theatermaken olv Adelheid Roozen. Daarnaast begeleiden de studenten de audities.  Ze zien letterlijk gespiegeld waar ze zelf een jaar geleden stonden en reflecteren daardoor op de eigen ontwikkeling.

2e en 3e jaar:
Off the Beaten Track. De wereld in. Zelf structuur aanbrengen, creatief ondernemen.
In deze periode laten we bewust de structuur van het ochtend- en middagrooster los. Voor de 2e en 3e jaars is deze periode een confrontatie met de situatie van na het diploma. Wat doe je als er geen lesstructuur is die de dagen indeelt? Hoe onderhoud je je instrument? 
De 2e jaars worden in deze periode begeleid door Quirine Racke en Helena Muskens.
Iedere student ontwikkelt op basis van eigen fascinatie een researchtraject dat uitmondt in een afronding die alle vormen mag aannemen. Doordat het reguliere lesrooster vervalt is er ruim tijd voor research buiten de schoolmuren.
De 3e jaars worden in deze periode begeleid door Thomas Spijkerman 
Iedere student formuleert een onderzoeksvraag, een onderwerp en een onderzoeksmethode. De student wordt uitgedaagd om iets te doen wat hij of zij in zijn schoolcarrière altijd al een keer heeft willen doen. Dat kan variëren van een reis met sociaal-artistiek werk in Nepal tot een studie naar Shakespeare repertoire.

Jaar 4:
Aan het einde van het derde studiejaar schrijft de student een afstudeerplan voor het vierde jaar. Dit plan moet relevant zijn en in lijn liggen met de getoonde ontwikkeling van de eerste drie jaren. Het vierde jaar is schakeljaar naar de praktijk. Het plan moet de grote lijnen naar de gewenste praktijk leggen. De student kan stage lopen bij een gezelschap of op een plek die als brugfunctie kan dienen voor de aanstaande eigen beroepspraktijk. Het afstudeerplan kan ook onderdelen uit het reguliere curriculum bevatten zoals zanglessen of bepaalde projecten die binnen de opleiding relevant of verdiepend zijn voor de student. Het kernteam van mentoren onder leiding van de artistiek leider beoordeelt het afstudeerplan.
De mentor volgt de student in zijn vierde jaar, heeft regelmatig overleg en bezoekt de stage(s). Aan het eind van het vierde jaar schrijven student en mentor een afstudeerverslag over de ontwikkeling van de student in dit laatste jaar in relatie tot de gehele studie en gewenste toekomst.
 

Delen