In de zogenoemde ‘nulronde’ stellen we de auditanten de vraag: zoek naar een grote pijn of vreugde, koppel daaraan een aantal bronnen (kunst, film, tekst) en beschrijf de regie van je dromen. Dit werk wordt schriftelijk ingediend.
In de eerste (live) ronde ga je meteen aan de slag. Op de eerste dag krijg je 's ochtends een uur les en kies je één van de drie aangeboden scènes die je direct daarna ten overstaan van de commissie met je medekandidaten uitwerkt. Iedere kandidaat krijgt 15 minuten om aan de gekozen scène te werken. Daarna speel je mee in de scènes van je medekandidaten. Je krijgt van tevoren te horen of je op dag 1 of dag 2 wordt verwacht en hoe laat precies. In de eerste ronde wordt hopelijk een eerste artistieke vonk zichtbaar.
In de tweede (live) ronde gaat de kandidaat aan de slag met een scène uit een klassieke theatertekst die van tevoren wordt gedeeld. De opleiding zorgt voor acteurs die de tekst kennen. Je werkt, ten overstaan van de commissie, aan een openbare repetitie van maximaal een half uur. Kan de auditant vormelijk denken, is er verbeeldingskracht? Hoe wordt er samengewerkt met de acteurs? Is de kandidaat in staat om goed te kijken, te luisteren en te werken met hetgeen wordt aangeboden en tegelijkertijd vast te houden aan het eigen plan? 
In de derde (live) ronde presenteert de kandidaat eigen materiaal met eigen acteurs en werkt opnieuw aan een half uur openbare repetitie ten overstaan van de commissie. Ligt er een oorspronkelijk idee ten grondslag aan de scène? Heeft het vorm en inhoudelijke diepte? Is de dramaturgie leesbaar? En hoe werkt de kandidaat met de eigen spelers? In alle drie de rondes spreekt de commissie ook individueel met de kandidaten.

Delen