De regieopleiding Amsterdam bestaat sinds 1968. Het is een kleine opleiding: jaarlijks worden er maximaal vijf studenten aangenomen. De opleiding is daardoor individueel gericht, biedt infrastructuur en kaders, maar de student-regisseur weet tijdens de opleiding de eigen inhoud, vorm en werkwijze te vinden student en ontwikkelt een eigen artistieke handtekening. Daarbij gaat de regieopleiding uit van peer learning: een leergemeenschap om van en met elkaar te leren en elkaar en jezelf te bevragen. We gaan uit van de visie dat ‘de’ regisseur niet bestaat.. Theater ademt mee met de werkelijkheid. En daarbij is alles afhankelijk van het perspectief dat wordt gekozen. Weet welke vraag je stelt en vanuit welke context je dat doet. Wat is regie in het huidige tijdsgewricht? Welke kunst wil jij maken in deze wereld?

Centraal in de opleiding staat het leren over de manier waarop vorm en inhoud samengaan in het creatieve proces. Elke regisseur (en wellicht zelfs elk creatieproces) bevraagt opnieuw: werk je vanuit inhoud naar vorm of andersom? Ontwikkel je een vorm (of een regietaal als geheel) uitgaande van wat de inhoud nodig heeft? Of haal je inhoud naar je toe vanuit een eigen stijl? Beide manieren, met alle variaties die hierbinnen mogelijk zijn, worden onderzocht. Wat is jouw verhaal? Wat is jouw vorm? En hoe weef je inhoudelijk en vormelijk lange lijnen door je werk?  

Samenwerking is cruciaal in creatieve processen. Elke regisseur komt op een punt in het werkproces dat de ideeën moeten worden gedeeld met anderen. Op welke manier heb jij als regisseur anderen nodig? Hoe kom je tot een gelijkwaardige samenwerking vanuit complementariteit, waarbij ieder vanuit de eigen discipline evenwaardig bijdraagt aan het creatieve proces?  

De ATD beschikt over een grote zaal en het is een centrale oefening om in het afstudeerjaar voor deze zaal theater te maken. In die werkelijkheid moeten vorm en inhoud lang voor de première klaar zijn. Zo gaan de tekeningen ongeveer acht weken voorafgaand aan de première naar het atelier voor realisatie. Regisseur en creatief team moeten dus voorstellingsvermogen hebben en elkaar goed kunnen bevragen.
Maar ook op andere formaten en andere locaties is theater een synthese van vooruitdenken en improviseren: van creatief denken en voelen. Uiteindelijk zijn er zoveel vormen en regietalen als er theatermakers zijn. In de opleiding worden verschillende regietalen en -visies aangeraakt. Dit gebeurt in praktische lessen en maakblokken, maar ook in theoretische vakken zoals theater- en cultuurgeschiedenis, voorstellings- en tekstanalyse en filosofie. Hieruit ontdekt de regisseur-student uiteindelijk een eigen regietaal. 

De regieopleiding Amsterdam haalt de wereld binnen en zet de ramen naar het toekomstige werkveld open. Maar de studenten worden ook gekoesterd om volop te kunnen genieten van de groei die ze kunnen doormaken tijdens vier jaar kunstvakonderwijs. Enerzijds wordt ruimte gegeven aan persoonlijke ontwikkeling, anderzijds aan het leren van het ambacht. Kennisoverdracht staat gelijkwaardig naast het ontwikkelen van een eigen artistieke handtekening. De regieopleiding wil regisseurs afleveren die weten welke vragen ze willen stellen en zich bewust zijn van hun context. Mensen die hun vak verstaan en niet bang zijn een eigen weg te zoeken. 

“Succes is wanneer het publiek achteroverleunt en zegt: 'We weten wat er werd bedoeld. En het was prachtig’. Effect is wanneer het publiek naar huis gaat en na 14 dagen, bijvoorbeeld in de tram, ineens denkt: ‘Wat was dat toch? Dat begreep ik niet’. Effect is een zaak voor de lange termijn, succes is slechts een korte termijn-overeenkomst.” (vrij naar Heiner Müller) 

Delen