Periode, duur
Jaar 1, semester 1, 2, 24 weken

Studiebelasting
2  uur per week, zelfstudie; 0,8 uur per week

Bijdrage aan de competenties
Ambachtelijk vermogen 2.1 2.3 2.4 2.5, samenwerkend vermogen, communicatief vermogen

Inhoud
In de colleges worden alle algemene aspecten van de theatertechniek behandeld. De student leert de weg in het toneelhuis/zaal van de voorkomende speelplaatsen in de podiumkunsten. De functie en bediening van voorkomende apparatuur en gereedschappen in en om een toneel, behandeling van decor en scenische materialen, de verzorging van de communicatie met alle voorkomende beroepsgroepen zowel als bespeler als ook als representant van een speelplaats, en de ARBO-wetgeving.

Concrete leerdoelen
Na afloop kan de student:

  • de elementaire theatertechnische begrippen opnoemen
  • de theatertechnische installaties van een theater aanwijzen en de basisfunctie omschrijven
  • de gangbare gereedschappen en materialen in het theater herkennen en benoemen
  • basisconstructies van decors herkennen
  • relaties tussen theater en gezelschap (gastheer-gast) herkennen en op de juiste wijze interpreteren
  • een inrichting van een toneelhuis met deze basiskennis verzorgen
  • eenvoudige changementen verzorgen in een toneelhuis en hiervoor de administratie verzorgen
  • eenvoudige technische informatie t.b.v. gast of gastheer in relatie met de productie opstellen

Gebruikte werkvorm
Hoor- en werkcolleges

Studiemateriaal
BTT reader, Theatre Buildings. A Design Guide, Judith Strong (ed.) (niet verplicht, wel aanbevolen)
Geo-driehoek, schaallineaal, schetsboek- en potloden

Wijze van toetsing
Tentamen na ieder semester

Beoordelingscriteria
Aanwezigheid

 

 

Delen