Docenten: Marco & Margo Toussaint van duo Savar
Periode, duur: 1ste semester en 2de semester
Duur: 14 lessen x 1,5 uur en 14 lessen x 1,5 uur
Studiebelasting: 42 contacturen

Bijdrage aan de competenties
II - Ambachtelijk vermogen. IV - Vermogen tot ontwikkeling.  VII - Vermogen tot samenwerken.

Vakbeschrijving
Acrobatiek is een vak wat een tweeledig lesdoel:
A: het ontwikkelen van fysieke vaardigheden en
B: het ontwikkelen van mentale vaardigheden.
Ad A: Het ontwikkelen van fysieke vaardigheden
Acrobatische partneroefeningen trainen het hele lichaam; kracht, souplesse, balansgevoel, vormspanning en kunnen reageren op veranderende fysieke situaties. Ook het bewegingsgeheugen krijgt door bepaalde acrobatische volgordes en handelingen een training. Dit betekent ook dat de student goed moet leren kijken, er wordt van ze verwacht dat ze door het kijken de beweging in leren voelen. Ambachtelijk vermogen en samenwerken in optima forma!
Ad B: Het ontwikkelen van mentale vaardigheden
Door gezamenlijk met een partner te trainen aan acrobatische vaardigheden worden een aantal mentale processen helder. Er moet worden samengewerkt tot het behalen van een van te voren vastgesteld doel. Dit moet gedisciplineerd en geconcentreerd gebeuren. Er moet door de partners op een goede manier gecommuniceerd worden om de doelen te kunnen halen. Persoonlijke en gezamenlijke weerstanden en barrières kunnen worden overwonnen, door onderzoek en reflectie. Verantwoordelijkheid voor het eigen lichaam maar zeker ook dat van een ander wordt erg zichtbaar gemaakt. Ontdekt wordt dat er meer mogelijk is dan van te voren werd aangenomen. Het vertrouwen in eigen en andermans mogelijkheden wordt gesterkt. Dit alles werkt vervolgens enthousiasmerend.

Concrete leerdoelen
Het eerste studiejaar wordt gebruikt om de elementaire kennis van de partneracrobatiek bij te brengen. Dit gebeurd door het aanleren van 20 acrobatisch trucs..

Werkvorm(en)
In de acrobatiek les worden alle te leren trucs voorgedaan door de docenten. De studenten moeten dus goed kijken en leren begrijpen wat ze zien en dat vertalen naar het zelf uitvoeren. Het grootste deel van de les bestaat vervolgens uit het trainen van deze trucs. Er worden aanwijzingen en instructies gegeven door de docenten die rond lopen. De studenten moeten leren gaan voelen en begrijpen hoe ze hun werk samen kunnen verbeteren en dat tenslotte herhaalbaar kunnen maken.
Daarnaast krijgen ze als groep, of individueel, tussendoor vaak feedback van de docenten.

Wijze van toetsing
De studenten worden tijdens het hele schooljaar continu gemonitord en de bevindingen daarover worden in evaluatie vergaderingen met de studenten en andere docenten besproken. Aan het einde van het eerste jaar worden de studenten beoordeeld door de eigen docenten m.b.t. de behandelde stof; hun fysieke ontwikkeling en hun mentale ontwikkeling.
Daarnaast wordt het technisch geleerde geëxamineerd d.m.v. het publiekelijk presenteren van alle 20 behandelde A-truuks aan een externe vakjury. Wanneer de student dit, samen met zijn/haar partner, op een voldoende niveau heeft doorlopen ontvangen zij het A-diploma.

Beoordelingscriteria
II: 1-5      IV: 2-3     VII: 5

Delen