Docent: Esther Snelder
Periode: 2de Semester
Duur: 3 weken x 12 uur en 2 weken x 11 uur
Studiebelasting: 58 contacturen
Bijdrage aan de competenties
I- Creërend vermogen. II - Ambachtelijk vermogen. III - Onderzoek en reflecterend vermogen.
IV - Vermogen tot ontwikkeling. VI - Communicatief vermogen. VII - Vermogen tot samenwerken.
Vakbeschrijving
In deze spellessen verrijken de studenten hun spel door te onderzoeken wat er al aan vorm,
betekenis, spelbeleving is voordat je iets doet, voordat je actie onderneemt. Vanuit een alertheid
en erkenning over wat er al is, gaan de studenten hun spel richten en vormgeven. Door middel van het uitvoeren van bewegingsopdrachten en elementaire spelopdrachten worden studenten
bewust gemaakt van hun spelgewoonten. Wat in jezelf ben je geneigd vaak aan te spreken? Hoe schep je ruimte om ook andere richtingen op te gaan? Waar ben je geneigd 'op veilig' te gaan
en hoe kun je jezelf bewegen tot het blijven nemen van risico's? De studenten leren dichtbij zichzelf te blijven om van daaruit het spel theatraal extremer te maken zonder geloofwaardigheid
te verliezen.
De opdrachten zijn enerzijds dusdanig minimaal dat studenten steeds weer gedwongen worden op
zoek te gaan naar hun eigen interesses waarmee ze hun aanwezigheid op de vloer voor zichzelf
en daarmee voor publiek interessant kunnen houden. Anderzijds bevatten de opdrachten zoveel
elementen tegelijk dat de studenten uitgedaagd worden op te merken wat er ter plekke aan vorm
en inhoud ontstaat. Daardoor ontstaan spelsituaties die studenten stimuleren zichzelf te laten laten verassen en zich te verwonderen. Daarmee wordt vervolgens inhoud gegeven aan spel.
Daarnaast werken we aan hoe je spel levendig ofwel 'actueel' kunt houden. Spelen in het 'hier en nu' betekent dat je spel altijd aan verandering onderhevig is. In de lessen leren de studenten het 'altijd-aan-verandering-onderhevig-zijnde nu moment' te observeren en hanteren. Ook besteden
we aandacht aan hoe je emotie in spel toe kunt staan, zonder vormgeving (en begrip) van je spel te verliezen. Halverwege de lessen-serie maken we een overgang naar het werken met tekst. Dit op een dusdanige manier dat fysiek bewustzijn en het 'spelen in het hier en nu' een basis vormt.
Concrete leerdoelen
De student:
1. speelt met meer bewustzijn over zijn eigen spelmechanismen
2. laat zien dat hij/zij bepaalde spelgewoonten vóór kan zijn en daarmee zijn/ haar spel verrijkt en transparant laat zijn
3. kan tijdens het spelen ruimte creëren om het spel aan verandering onderhevig te laten zijn
om hierdoor een meer actuele aanwezigheid te hebben.
4. is in staat zelfstandig manieren te vinden om eigen spel uit te breiden en te verdiepen
5. is in staat het spel dicht bij zichzelf te houden en van daaruit extremer te gaan werken zonder geloofwaardigheid te verliezen.
6. kan in samenspel dicht bij eigen spelmotor blijven.
7. kan fysiek bewustzijn en beweging belangrijk maken in het werken met tekst.
8. kan niet alleen het resultaat maar ook het onderzoek benoemen. Zowel van het eigen spel als dat van anderen.
9. laat aan het einde van de lessen zien dat zijn/haar spel aan helderheid heeft gewonnen en daardoor beter communiceert met zichzelf en met het publiek.
10. is in staat het geleerde toe te passen in andere lessen en projecten.
Werkvorm(en)
- Groepsopdrachten waarin elke student individueel, op de vloer, onderzoek doet. Het individuele onderzoek wordt uitgebreid met een bewustzijn van ruimte en medespelers op de vloer. De opdrachten herhalen zich zodat de student, eerst onder begeleiding van de docent en daarna zelfstandig kan oefenen/trainen.
- Werken in 2 groepen, zodat er een groep publiek heeft tijdens het onderzoek op de vloer en de andere groep het werkproces vanaf de kant kan observeren. Na opdrachten wordt er door studenten en de docent mondeling gereflecteerd. Werken in duo’s met dialogen. Werken met tekst in groepen van 3/4 studenten.
Studiemateriaal
Er wordt gebruikt gemaakt van;
- tekst van Nature Theatre of Oklahoma uit de voorstelling Cadavre Exquise,
- tekstfragmenten uit “I have no thoughts and this is one of them” van Tine van Aerschot
- dialogen uit “God woont in Texas” van Magne van den Berg
Wijze van toetsing
Toetsvorm: evaluatie/beoordeling en feedback n.a.v. permanente feedback en aanwijzingen op de vloer.
Beoordelingscriteria
I: 1 tm 6 II: 1 tm 6 III: 1 tm 5 IV: 1-2-3 VI: 2-5 VII: 1-2-5