Docent: Fried Mertens
Periode: 2de Semester
Duur: 2 weken x 6,5 uur – 4 weken x 3.45 uur – 3 weken x 7 uur
Studiebelasting: 49 contacturen

Bijdrage aan de competenties
I- Creërend vermogen.  II - Ambachtelijk vermogen.  III - Onderzoek en reflecterend vermogen.  
IV - Vermogen tot ontwikkeling.   VI - Communicatief vermogen.  VII - Vermogen tot samenwerken.

Vakbeschrijving
Eerste periode
Groepsmimografie: vanuit ruimtelijke opdrachten maken we een groepsmimografie, men leert en oefent:
•    zelfstandig werken en samenwerken, snel bewegingsmateriaal ontwikkelen, bewegingen van anderen heel precies aanleren.
•    uitdiepen van beweging en spel o.a. door toepassen van mimetechniek, beleving, zintuigelijk bewustzijn.
•    ontwikkelen van ruimtelijk bewustzijn door alertheid op de ruimte, richtingen en de ander, in steeds ingewikkelder wordende ruimtelijke patronen. Door in een groep synchroon te bewegen maar ook alléén of in twee- of drietallen. In verschillende richtingen in andere volgordes te spelen.
In eerste instantie ligt de nadruk op het streng synchroon uitvoeren van de mimografie, op het in alle details samen uitvoeren: balans, bewegingen, timing, richtingen, intentie enz. Ieder draagt verantwoording voor het geheel, vangt elkaars foutjes op. Weet dat wanneer jij een te grote stap zet iemand anders twee meter verder in de problemen kan komen. Als je vooraan staat en je kunt de ander niet zien; neem dan de ander mee in jouw bewegen en ademen. Wees ook helder wanneer je niet beweegt. Dit alles vraagt om samenwerken, concentratie op elkaar en het vraagt een eigen standpunt, beleving en reactie. Je kunt verschillen maken in intentie, timing, dynamiek, initiatief, verschuiven van aandacht enz. Je kunt te laat vertrekken maar toch op tijd aankomen enz. Er worden steeds elementen toegevoegd zoals muziek, kostuum, humeur enz. Men scherpt zich aan elkaar. Deze alerte, sensitieve concentratie geeft bewegen, handelen, een theatrale inhoud en context.
Door de zintuiglijke concentratie en alertheid ontstaat bij ieder ruimte en présence, helderheid en zeggingskracht. Door een heldere focus wordt ieder moment spel, en ga je verschillen zien tussen de spelers en ontstaat er ondanks het streven naar synchroniteit meer en meer ruimte voor spel en eigenheid in uitvoering.

Tweede periode
Solo’s, duo’s: in de laatste weken werkt ieder, alleen of samen met een ander, aan een onderzoek en een etude. De student leert en oefent:
•    het exploreren van de plastische mogelijkheden van het lichaam
•    het exploreren van de omgeving, je verhouden tot de architectuur; een muur, een hoek, ramen, de vloer, lichtval en/of een object; stoel, tafel, bank, stok, kleding enz.
•    het ontwikkelen en presenteren van een etude en dit met elkaar bespreken o.a. in termen als theatraliteit, helderheid, transformatie, plasticiteit en ruimtelijk en zintuiglijk bewustzijn.

Spel en improvisatieopdrachten
Tussendoor geef ik regelmatig korte spel- en improvisatieopdrachten. Allerlei situaties, scenes spelen met de nadruk op incasseren, helderheid van focus en overzicht. Wat houdt ‘zero’ in. Waar ligt de focus; van de speler, van het publiek? Hoe neem je de aandacht en geef je die weer door? “Wie heeft de bal”? Theatermaken vanuit handeling, beweging en beeld, altijd met een zintuiglijke en ruimtelijke concentratie. Kijken is echt zien, luisteren is horen, aanraken is voelen.
Waarnemen, incasseren is voorwaarde, inhoud en bron van spel. Door op deze aandachtige manier met bewegen en spelen bezig te zijn zie je dat je steeds geraffineerder en genuanceerder kunt spelen, zelfs in de kleinste verandering van focus, in elke articulatie, is er beleving en bewustzijn en kun je gaan kiezen voor bepaalde kwaliteiten van bewegen.

Concrete leerdoelen
1.    Het ontwikkelen en oefenen van mime- en spelvaardigheden.
2.    Het ontwikkelen van een heldere focus en van steeds alerter, zintuiglijker spel.
3.    Het binnen het eigen spel meer speelruimte, nuance, zeggingskracht en spelplezier vinden.
4.    Het ontwikkelen van ruimtelijk bewustzijn.
5.    Oog en gevoel ontwikkelen voor de plasticiteit/ de ruimtelijke werking van houding, beweging en beeld.

Werkvorm(en)
•    Vaste opwarming.
•    Vanuit een ruimtelijke opdracht werken aan en met een groepsmimografie.
•    Individuele en gezamenlijke spel- en improvisatieopdrachten.
•    Losse ruimtelijke onderzoekopdrachten.
•    Uiteindelijk onderzoekt en werkt ieder een ruimtelijke solo/mimografie uit.
•    Samen bekijken en bespreken van het werk.

Gebruikt studiemateriaal
Architectuur van het lokaal, soms ook van het hele gebouw.

Wijze van toetsing
•    Feedback en aanwijzingen n.a.v. uitvoering opdrachten.
•    Samen bekijken en bespreken van het werk.

Beoordelingscriteria
I: 1 tm 6    II: 1 tm 6     III: 1 tm 5    IV: 1-2-3    VI: 2-5    VII: 1-2-5

Delen