Periode
Aan jaar 1, 2, 3:  20 weken, verspreid over semester 1 en 2

Studiebelasting
1ste en 2e jaars: 3 contacturen per week, geen zelfstudie-uren
3e jaars: 3 contacturen per week, geen zelfstudie-uren

Bijdrage aan de competenties
Ambacht (5) reflectie (1,2,3,4,5) ontwikkeling (1,2,3,4) communicatie (3,5)

Inhoud
In het eerste en tweede jaar wordt gewerkt aan het zelfstandig leren lezen van langere en complexere teksten: Het leren begrijpen van beeldspraak, grammaticale constructies en het doorzien van de structuur van een tekst. Het leren begrijpen dat iedere tekst een compositie is met een goed doordachte inhoud. En vooral: leren dat een goed tekstbegrip een voorwaarde is voor een goed theatraal concept.
Daarnaast wordt door gezamenlijk onderzoek inzicht verkregen in de rijkdom van teksten, in de poëzie van de taal, de relevantie van de ideeën die in een tekst schuilgaan, in de onverwachte en inspirerende werelden en mensbeelden die uit een tekst tevoorschijn gehaald kunnen worden en in het plezier dat een regisseur zijn toeschouwers daarmee bereidt.  
Het derde jaar is het vervolg op de eerste twee jaar. In dit jaar worden de studenten vooral gestimuleerd om zich op een persoonlijke wijze tot teksten te verhouden. Daardoor leren ze meer over zichzelf, hun medemensen en de wereld. Ze leren hun persoonlijke intuïties, waarnemingen en indrukken van een tekst te vertalen in artistieke ideeën die ze vormgeven in het concept van een voorstelling. En ze leren de woorden te vinden om met collega's en beroepsgenoten over hun interpretaties en ideeën, over hun voorkeuren en de mogelijkheden van een tekst te communiceren.

Leerdoelen
De student:

  1. kan zelfstandig langere, complexere teksten lezen en communiceren
  2. heeft goed tekstbegrip
  3. doorziet grammaticale constructies, de structuur en de compositie van een tekst
  4. kan zich op een persoonlijke manier tot teksten verhouden
  5. is in staat om met collega’s/beroepsgenoten en publiek te communiceren over zijn/haar interpretaties en ideeën van een tekst.

Werkvormen
Werkcolleges met open dialoog.

Gebruikt studiemateriaal
Toneelteksten van deze tijd.

Wijze van toetsing
Evaluatie van ontwikkeling.

Beoordelingscriteria
De student

  1. neemt actief deel aan de bijeenkomsten: onderzoek en gesprekken
  2. kan verband leggen tussen tekst en wereld
  3. ontwikkelt voortgaand inzicht in een tekst en hoe men zich daartoe verhoudt
  4. ontwikkelt voortgaande vertaling van tekst naar concept.


Delen