Het onderwijs ontwikkelen wij vanuit onze visie en ervaring met het vak van de theaterdocent. Er is veel ruimte om als student (delen van) het onderwijs een eigen invulling te geven. Het onderwijs valt uiteen in drie onderdelen: het onderwijsprogramma, het praktijkonderwijs en het eindwerk (afstudeerfase).
Elk schooljaar start met een lang startweekend, waarin de gehele opleiding op een locatie verblijft. Het is noodzakelijk dat we bouwen aan een hechte leergemeenschap die zowel formeel als informeel elkaar ondersteunt, bevraagt en kritisch benadert. Deze startweekenden dragen daar in hoge mate aan bij.
Het gehele programma is onderverdeeld in 10 blokken die gedurende twee jaar 
plaatsvinden. De blokken zijn zodanig opgebouwd dat de student zich wat betreft de drie pijlers (maker, docent en creator) steeds verder en in wisselende omgevingen kan ontwikkelen.  
 

Onderwijsprogramma
Het onderwijsprogramma bestaat uit vakmodules en projectmodules.  

Vakmodules zijn enkelvoudige vakken zoals dramaturgie, spel of overdracht. De projectmodules zijn modules, samengesteld door een curator. Deze veelomvattende modules zijn gekoppeld aan de beroepspraktijk van de curator. Meerdere gastdocenten worden uitgenodigd en de module bestaat uit verschillende programmaonderdelen.
Elke module eindigt met een individuele toepassing van de student. Reflectie op dat wat geleerd is en welke stappen in komende modules gezet kunnen worden, is onderdeel van het onderwijs.
Het onderwijsprogramma vindt plaats op maandagen (inclusief de avonden) en tijdens een 
zevental (vloer)weekenden. Op de maandagen bestaat het onderwijs in de regel uit twee tot drie vakmodules en een projectmodule, waarbij zorg wordt gedragen voor een afwisseling tussen vloer- en denkwerk. Tijdens vloerweekenden worden maakopdrachten uitgevoerd die gekoppeld zijn aan de projectmodules en vindt verdieping van bepaalde vakmodules plaats. 
 

Individueel onderwijs in de praktijk
De helft van je studietijd werk je individueel in de praktijk als (aankomend) theaterdocent. Je wordt begeleid door zogenaamde praktijkdocenten. Je werkt tijdens de opleiding op verschillende praktijkplekken, waardoor je ervaring krijgt met diverse doelgroepen en contexten. Je legt in dit praktijkonderwijs verbindingen tussen dat wat je ontwikkeld hebt tijdens het onderwijsprogramma en vice versa.  

Eindwerk (afstudeerfase)
Het eindwerk is een puzzel waarbinnen je de uiteinden van de driehoek die samen het vak vormen, maker - docent  creator, op eigen wijze vormgeeft en invulling geeft. Het is een belangrijke stap richting je eigen stijl als theaterdocent. Deze laatste fase richt zich vooral op de zoektocht naar een innerlijke noodzaak, naar de verhalen die je wilt vertellen, de plekken waar je die wilt overdragen en de mensen met wie je wilt werken. Het is ook een fase van de studie waarin je je kennis en kunst met betrekking tot dit vak kunt versterken, verbreden en verdiepen.  

Het denken over het eindwerk start met het formuleren van een vakmatige terugblik op jouw ontwikkeling tijdens het eerste jaar. Vanuit deze geformuleerde startpositie schrijf je de inleiding op je eindwerk. De inleiding is een document (tekst, beeld, media) waarin je omschrijft wat je wilt leren en wat je moet leren, wil je de opleiding succesvol kunnen afronden. Je beschrijft dit aan de hand van: de driehoek (maker – docent - creator), de landelijke competentieset en de eigen ontwikkelpunten uit het Persoonlijk OntwikkelPlan (POP).  

Na goedkeuring van de inleiding door de mentor schrijft de student een projectplan met daarin opgenomen een beschrijving van de verschillende projecten die hen wil uitvoeren binnen diens eindwerk. Vanuit de driehoek van de opleiding geef je drie projecten vorm.  

  1. Een project waarbij een live moment met spelers en publiek verplicht is

  2. Een project waar educatie centraal staat en  

  3. een document waarbij je visie op het vakgebied van de theaterdocent centraal staat. 

Het projectplan presenteer je in de vorm van een pecha kutcha aan een eindwerkcommissie, bestaande uit vaste leden aangevuld met externe specialisten 

Na goedkeuring ga je van start met je eindwerk. Je wordt begeleid door verschillende docenten en professionals uit de praktijk. Tijdens de uitvoerfase reflecteer je een aantal momenten schriftelijk op de ontwikkeldoelen die je hebt benoemd in de inleiding. De verschillende begeleiders reflecteren vervolgens op zowel de ontwikkeldoelen als op de reflectie van de student.  

Tijdens het eindwerk maak je je proces en ontwikkeling transparant voor jezelf, de leden van de eindwerkcommissie, begeleiders en docenten door het bijhouden van een artistiek en pedagogisch logboek, in beeld, geluid en tekst, op je persoonlijk site op het digitale platform van de opleiding. In de laatste fase van het eindwerk maak je een selectie uit het materiaal. Dit wordt je portfolio. Een verzameling van materialen die representatief is voor je ontwikkeling en voor je signatuur als theaterdocent.  

Aan het einde na het succesvol afronden van alle onderdelen presenteer je je portfolio samen met een vooruitblik op je eigen praktijk aan een publiek dat bestaat uit de eindwerkcommissie, vakgenoten, studenten en docenten in de vorm van De STAAT.  

Op basis van een goede beoordeling van al deze onderdelen en het afronden van alle onderwijsonderdelen ontvang je het diploma Bachelor in Theatre & Education 

Individueel onderwijs
Het Persoonlijk OntwikkelPlan (POP) is een belangrijk handvat om ieders eigen studentenreis invulling te geven. Samen met de mentor wordt het POP met de regelmaat van de verschillende blokken aangevuld en bijgewerkt, in taal en in beeld. In het POP worden specifieke leerdoelen vastgesteld en wordt gereflecteerd op het al dan niet behalen van deze leerdoelen. In het POP komt het eigen profiel, de eigen ambitie en doelen, de mogelijkheden van de onderwijs en de landelijk vastgestelde competenties van de theaterdocent samen. Je bent, als eigenaar van je eigen ontwikkeling, zelf verantwoordelijk voor de uitwerking van specifieke vragen binnen het onderwijs en bij docenten. Je kunt ook programmaonderdelen toevoegen aan je persoonlijke programma. Het totaal aan POP-‘pen’ resulteert in wat we de studentenreis noemen: jouw individuele reis binnen de opleiding. 

Theaterdocent Verkort is van ‘nature’ gericht op het flexibel inrichten van het onderwijs. Mede door het onderwijsproject ‘Flexibliseer Theaterdocent Verkort!’ is de natuurlijke flexibilisering gekoppeld aan een theoretisch fundament en verdieping van de mogelijkheden.

Lange leerlijnen
Interpersoonlijke leerlijn: een belangrijke vraag in de samenleving is hoe wij met een grote diversiteit aan achtergronden op een goede manier kunnen samenleven en toewerken naar een inclusieve samenleving, zonder de diversiteit te ontkennen. Wij vinden dat elke theaterdocent die bij ons afstudeert hierover een standpunt dient te ontwikkelen en diens bijdrage kan leveren aan deze doelstelling. Daartoe hebben wij de langlopende leerlijn ‘Interpersoonlijk’ samengesteld.  

Taalontwikkeling: De mate waarop de student taal kan inzetten bij diens activiteiten heeft speciale aandacht. Studenten krijgen tweemaal per jaar workshops aangeboden om specifieke onderwerpen van taal te ontwikkelen en een individueel programma afhankelijk van hun eigen niveau. Aanvullend onderwijs wat betreft de grammatica en tweede taalonderwijs wordt indien nodig AHK breed aangeboden. 

Kijk en schrijf: Tijdens de gehele opleiding word je aangezet en ondersteund om theatervoorstellingen te bezoeken, om die te analyseren en te bediscussiëren met de medestudenten 

Jaarfeesten
Het vieren van jaarfeesten is een belangrijk onderdeel in onze samenleving en ook binnen onze opleiding. Gezien de diversiteit binnen onze opleiding vieren wij eenmaal per jaar in december ‘Sancocho’, waar ieder elementen van diens eigen jaarfeesten in meeneemt. Wij besteden aandacht aan de Ramadan en de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij, Keti Koti. De vakantieplanning is verbonden aan de viering van de Christelijke feestdagen.  

Opleidingsbijeenkomst: ENNU?
Aan het begin van elk blok komt de gehele opleiding samen. Wij onderzoeken, samen met gasten, onderwerpen die voortkomen uit de actualiteit en de praktijk. Een wisselende redactie van studenten en docenten bereiden deze bijeenkomsten voor.  

Digitaal platform (Leerpodium)
Een onmisbaar instrument voor Theaterdocent Verkort is het, speciaal voor ons door Leerpodium ontworpen, digitale platform. Het platform is mooi vormgegeven en zowel via de computer als via de telefoon te raadplegen. Het biedt handvaten om  

  • de studentenreis te ondersteunen en inzichtelijk te maken, 

  • de studentengemeenschap te ondersteunen en te ontwikkelen 

  • informatie over het onderwijsprogramma te delen 

  • beoordelingen en toetsen te verzamelen 

  • docenten te ondersteunen bij het onderwijs en de ondersteuning van studenten 

Onderdeel van dit digitale platform is TdV Xtra. TdV Xtra is ook te raadplegen door iedereen buiten de opleiding. Dit platform biedt ons de mogelijkheid om inzichten en ontwikkelingen die wij binnen de opleiding verkrijgen te delen met de buitenwereld en om de informatie over ons steeds ruimer extra-curriculair aanbod te verspreiden. 

Flexibel onderwijs
Gezien de (gewenste) diversiteit binnen de studentenpopulatie en de gegevens van parttime en volwassenen-onderwijs is het onderwijs bij TdV gericht op flexibiliteit waar zinvol en nodig. Wij investeren flexibiliteit binnen de communicatie en de selectie, nemen het P.O.P. als richtinggevend voor de ontwikkeling van de student, investeren in het ontwikkelen van een gedeelde onderwijsvisie bij docenten, zetten onderwijsvormen in die ruimte geven aan individuele toepassing, en ontwikkelen en verbeteren de mogelijkheden voor e-learning. Het praktijkonderwijs en het eindwerk zijn per definitie individuele trajecten binnen het onderwijs.  

Kwaliteitszorg 
Minimaal drie keer per studiejaar wordt studenten gevraagd het programma te evalueren. Dit wil zeggen dat zij op regelmatige basis aan de hand van vaste protocollen reflecteren op het gehele onderwijsaanbod, het project van dat blok en de samenhang van het project in het geheel, de gezamenlijke en individuele ontwikkelingen. Deze evaluatieve terug- en vooruitblik, vormt de vaste cementlaag binnen het curriculum en is een belangrijk onderdeel waar vanuit de visie over het onderwijs kan worden bijgesteld en verdiept.  

  

 

 

 

Delen