Kunstenaar in verbinding

De theaterdocent heeft een passie voor het lesgeven in - en maken van theater, en is een kunstenaar in verbinding die met iedereen verhalen theatraal vorm kan geven, waar en hoe dan ook. De theaterdocent plaatst zichzelf zo met diens werk middenin de wereld. De kracht en kunde van de theaterdocent bevindt zich op het snijvlak tussen artistiek, pedagogisch en sociaal handelen. De theaterdocent is hierbij zowel maker, creator als docent. Als maker kan de theaterdocent het theatrale proces en resultaat vormgeven. Als docent kan de theaterdocent mensen verleiden, begeleiden en uitdagen hun verbeelding te laten spreken. Als creator kan de theaterdocent dit werk organiseren en erover communiceren.

We gaan in onze visie uit van een wereld- en mensbeeld waarin diversiteit en meervoudigheid een gegeven is. Om in die wereld relevant, betekenisvol en verbindend werk te maken, werken we vanuit ‘wereldburgerschap’ en een reflexieve houding. Het wereldburgerschap gaat uit van wisselwerking en verbinding vanuit gelijkwaardigheid op lokaal en internationaal (globaal) niveau. Tussen mensen, trends, kunst, subculturen en machtsrelaties. Wij leiden theaterdocenten op die dit kunnen vertalen naar artistiek en pedagogisch handelen op lokaal niveau. Met de mensen die ze voor hun neus hebben, in de context en plek waar ze werken. Kortom: ‘think globally, act locally’ is ons motto. Hierin komen kritisch-reflectieve, omgevingsgerichte en interpersoonlijke competenties samen met pedagogische en artistieke. De reflexieve houding is een houding waarin steeds opnieuw vanuit nieuwsgierigheid bewust de eigen aannames worden onderzocht, waardoor het gesprek met de ander een gelijkwaardig gesprek kan zijn, met ruimte voor het verschil. Ook hierin komen bovengenoemde competenties samen met het pedagogische en artistieke doel.

Vanuit dit motto kan het theater dat getraind en gemaakt wordt, ontelbare inhouden en vormen aannemen. We trainen daarom de vaardigheid om als theaterdocent de context, deelnemers, ruimte steeds opnieuw te kunnen onderzoeken en benutten waardoor het noodzakelijk wordt dat het theater daar, op die manier en met die mensen wordt vormgegeven.

Het kan goed zijn dat de coronacrisis tot een kunstenleven leidt dat meer plaatselijk is geworteld en zich afspeelt op kleinere schaal, maar met internationaal bewustzijn en een online versterker om de boodschap te verkondigen. – Volkskrant 8 mei 2020 / “Zullen de kunsten na de corona crisis meer lokaal geworteld zijn?”

Om deze verscheidenheid aan theater mogelijk te maken, is het belangrijk dat de theaterdocent vanuit het ambacht sterk ontwikkelde tools heeft om te werken met lichamen, ruimte, betekenis en vormgeving. En deze tot een samenhang kan brengen in wisselwerking met publiek.

Deze noodzakelijke tools worden getraind middels een ‘vast’ deel van het curriculum, dat iedereen doorloopt. Hierbinnen maken we ruimte voor differentiatie, qua inhoud en aanpak. Zo differentiëren we bijvoorbeeld in begeleiding van onderzoeksvaardigheden en schrijfvaardigheid.

Daarnaast is er een ‘flexibel’ deel van het curriculum, in de vorm van keuzeblokken die per schooljaar wisselen. Hierdoor garanderen we dat we de steeds veranderende wereld en werkpraktijk blijven binnenhalen in het curriculum. De studenten werken in deze blokken met de vier leerjaren  samen en met studenten van andere opleidingen. Door de verscheidenheid qua inhoud en samenwerking, leren studenten steeds binnen wisselende contexten en wordt ook hun adaptieve vermogen aangesproken. Dit vermogen is in onze visie een groot goed om als kunstenaar in verbinding na het afstuderen zelf een praktijk te kunnen vormgeven.

Middels de combinatie van ‘vast’ en ‘flexibel’ curriculum, blijven we samen als opleidingscommunity met het werkveld onderzoeken welke vormen de praktijk van de theaterdocent kan aannemen, passend bij de steeds veranderende tijd, deelnemers en context. Met als doel uiteindelijk theaterdocenten de wereld in te sturen, die vanuit sterk ontwikkelde pedagogische, omgevingsgerichte en artistieke vaardigheden mogelijkheden zien om verhalen te vertellen en verschillende deelnemers daartoe te bewegen. Op plekken en binnen gemeenschappen die er voor hen toe doen.

Relatie tussen artistiek, pedagogisch en omgevingsgericht handelen

Theater gaat over verhalen vertellen, op ontelbare manieren en plekken. In het theatrale proces zijn het lesgeven en maken altijd onlosmakelijk verbonden, en soms zelfs bijna niet te onderscheiden. Een les kan een repetitie zijn, starten met een theatrale ervaring, vervolgens overgaan in speltraining en resulteren in een presentatie.
Het curriculum van de opleiding Theaterdocent stut op drie pijlers: het ambacht van het (theater)maken, het pedagogisch vakmanschap en de omgevingsgerichtheid van de creator. Deze drie pijlers worden, in wisselwerking met elkaar, gedurende de opleiding doorlopend getraind.

De studenten worden getraind om te kunnen werken met spelers als medemakers/co-creators. De student wordt daarom opgeleid tot een vakbekwaam professional die in staat is als kunstenaar de ambachtelijke vaardigheid van het theatermaken te koppelen aan de pedagogiek van het werken met een verscheidenheid aan deelnemers. Tijdens het werken met de speler wordt er altijd gezocht naar een theatrale (leer)ervaring, waarbij de koppeling tussen het eigen makerschap en de inbreng van de speler onlosmakelijk van kracht is. Het bewustzijn dat theater meer is dan spel alleen en gaat om het vormgeven van verbeelding, is een groot goed dat de basis vormt van de artistieke uitgangspunten.

Theater is de kunstvorm waarin verschillende disciplines samenkomen. Het leren werken vanuit verschillende startpunten vormt de bouwstenen van de opleiding: zoals het werken vanuit vormgeving (zowel materiële als technische), verschillende bronnen en disciplines (zoals tekst, beweging, eigen verhalen). Daarnaast is een breed aanbod van speelstijlen onderdeel van het vaste curriculum (zoals storytelling, fysiek transformatief en performatief spel).

We zien deze verschillende ingangen tot maken als uitgangspunten en niet als eindpunt. Dit doen we omdat we de vele vormen en stijlen die theater rijk is, mogelijk willen maken. En de studenten de ruimte geven om hun eigen handtekening te ontwikkelen. We bieden bijvoorbeeld ‘het werken vanuit ruimte en vormgeving’ als basis aan. Zodat iedereen de vaardigheden in huis heeft om bewust met ruimte en vormgeving om te gaan binnen het werk. Of zich dat nu afspeelt in een klaslokaal, op straat of in een zorgcentrum.

Naast docent en maker, is de theaterdocent als creator in staat diens werk bewust te verankeren in de wereld; aan een specifieke gemeenschap of omgeving; aan medemakers en publiek. De theaterdocent denkt na over met wie, voor wie, waar en waarom daar en daarover theater gemaakt of getraind wordt. Omdat zo de maximale kracht die theater kan hebben, benut kan worden. De kracht die artisticiteit, engagement en sociaal-maatschappelijke impact verbindt. Als creator kan de theaterdocent diens werk organiseren en ziet organisatie niet los van de artistieke en pedagogische component. Het creatorschap is daarmee ook verbonden met artistiek ondernemen.

Delen